จากดัตช์กลาง altijt, alle tijt (และยังมี altijts); เทียบเท่า al (“ทั้งหมด”) + tijd (“เวลา”)
altijd
- เสมอ, ตลอด
- คำพ้องความ: altoos, immer
- คำตรงข้าม: nimmer, nooit
Ik zal altijd van je houden.- I will love you always.
Hij komt altijd op tijd op het werk.- He always comes to work on time.
Wij proberen altijd ons best te doen.- We always try to do our best.